BS. 4

De oren

In je oren liggen de gehoorzintuigen. Geluiden zijn trillingen van de lucht. De volume van het geluid wordt aangegeven met decibel. Vanaf 80 decibel kan je gehoorschade oplopen. Bijvoorbeeld als je te lang te dicht bij boxen van een concert staat.
Je vangt geluid op met je oorschelp. De geluiden gaan dan via de gehoorgang naar je trommelvlies. Dat laat het trommelvlies trillen. De oorsmeerkliertjes liggen in de gehoorgang. Oorsmeerkliertjes produceren oorsmeer. Oorsmeer zorgt dat het trommelvlies soepel blijft. Achter de trommelvlies ligt de trommelholte. Daar zitten drie gehoorbeentjes, die bewegen door het trommelvlies. De gehoorbeentjes geven die trillingen door aan het slakkenhuis. Er zit vloeistof in het slakkenhuis wat dan trilt. In de zintuigcellen ontstaan dan impulsen. De gehoorzenuw leidt de impulsen naar de hersenen.
De trommelholte is door de buis van Eustachius verbonden met de keelholte. De wanden van de buis van Eustachius liggen normaal tegen elkaar aangedrukt. Als je bepaalde bewegingen maakt gaat  de buis open. Hierdoor kan er lucht van de keelholte naar de trommelholte en andersom. De luchtdruk in de trommelholte kan hierdoor worden aangepast.
Grootte gehoorbeentjes


Filmpje over de oren

Animatie over de opbouw van het oor